
De regen tikt ritmisch op het dak van het houten bouwwerk. Binnen hangt de geur van nat hout, vermengd met de lucht van bezwete regenjassen. Iedereen zoekt een hangmat uit, behalve Tess, die met haar telefoon in de hand rondjes blijft draaien alsof ze nog op een fotoshoot wacht. Jesper gaat in de hangmat naast de mijne liggen, maar hij raakt me niet aan. Alsof we nu even gewoon twee mensen zijn die toevallig naast elkaar belanden. Geen geliefden. Geen schandaal. Geen geschiedenis.
Daniel zit op de houten vloer met zijn rug tegen de muur en zijn benen over elkaar. Hij is bezig met een schriftje en een pen die hij uit een zijkant van zijn rugzak toverde. Niet op zijn telefoon. Een écht schriftje. Alsof hij uit een andere tijd komt.
"Wat schrijf je?" vraagt Eva nieuwsgierig.
Daniel kijkt op, bloost licht en mompelt: "Gewoon… dingen. Wat me opvalt."
"Over ons?" vraagt Tess meteen, haar hoofd schuin alsof ze zich alvast afvraagt hoe ze eruit komt in zijn aantekeningen.
Daniel trekt zijn wenkbrauwen op. "Niet echt. Meer over… hoe het hier geregeld is. De drone. De stilte. Het ontbreken van bereik. En dat gebouw waar we slapen heeft geen vloer, maar wel een bewegingssensor in de hoek."
Ik kijk op. "Wat? Een sensor?"
"Ja," zegt hij. "Ik zag het knipperen toen Gerardus erlangs liep."
Iedereen is even stil. Zelfs Tess. Gerardus grinnikt en zegt:
"Misschien zijn we wel deelnemers in een realityshow zonder dat we het wisten. ‘De Gouden Bal’ of zoiets."
"Of een sociaal experiment van een of andere universiteit," zegt Eva.
"Of gewoon een extreem dure team-building trip die net iets te ver gaat," voeg ik toe, in een poging de sfeer licht te houden. Maar niemand lacht.
Jesper kijkt naar me en ik zie aan zijn blik dat hij het niet grappig vindt. Niet omdat hij zich zorgen maakt, maar omdat hij me doorheeft. Hij weet wanneer ik begin te grappen om spanning te verbergen.
"Misschien is het allemaal veel simpeler," zegt hij zacht, alleen tegen mij. "Misschien zijn we hier gewoon om iets te leren. Over onszelf. Of over elkaar."
"Dat klinkt eng," fluister ik terug.
"Wat leer je dan tot nu toe?"
Dat ik jaloerser ben dan ik dacht. Dat ik hem niet wil delen. Dat ik meer bang ben om hem kwijt te raken dan ik had durven toegeven. Maar ik zeg alleen:
"Dat je bal echt zwaar moet zijn als je hem al die tijd blijft vasthouden."
Hij glimlacht, zo’n halve, scheve glimlach waarvan ik weet dat hij hem alleen gebruikt als hij écht iets voelt. "Hij stelt meer voor dan je denkt."
Voor ik kan vragen wat hij daarmee bedoelt, zegt Daniel:
"We moeten een nachtwacht instellen. Er is geen slot op dit ding. En we weten niet wat voor dieren hier ’s nachts rondlopen. Of mensen."
Iedereen lijkt ineens klaarwakker. Zelfs Tess zegt, zonder opsmuk:
"Ik neem wel het tweede blok. Tussen twee en vier. Dan slaap ik daarna het beste."
Uiteindelijk verdelen we de nacht in blokken van twee uur. Ik krijg samen met Gerardus het eerste deel van de nacht, van tien tot middernacht. Jesper pakt het laatste stuk, samen met Eva.
Wanneer iedereen zich terugtrekt in zijn hangmat en ik met Gerardus op een houten bankje onder het afdak ga zitten, voel ik het pas echt: stilte. Geen verkeer, geen wifi, geen muziek, geen meldingen. Alleen wind en druppels. En de onuitgesproken spanning die boven ons hangt als mist.
"Ben je bang?" vraagt Gerardus ineens.
"Nee. Ja. Niet voor het bos of de regen, maar voor wat dit allemaal is."
"Dat snap ik," zegt hij. "Maar ik denk dat je het pas begrijpt als het voorbij is."
"Wat?"
"Waar we aan begonnen zijn."
Ik kijk naar hem. Hij kijkt niet terug, maar zijn blik is scherp gericht op het donkere bos voor ons. Alsof hij iets verwacht. Of al weet wat er komt.
Jesper zit naast me op het houten bankje. Zijn hand rust losjes op mijn knie, alsof hij daarmee wil zeggen: we zijn veilig, voor nu. Eva is net teruggekomen van haar ronde om het gebouwtje en zit aan de andere kant van Jesper, haar capuchon nog op. Ze zegt niets, maar haar ogen blijven schuin omhoog gericht, alsof ze iets in de lucht probeert te onderscheiden.
Naast Jesper, bijna tegen zijn voeten aan, ligt de bal. Voor het eerst sinds we vertrokken zijn, raakt hij hem nauwelijks aan. Hij lijkt het ding zelfs even vergeten te zijn. Maar dan zie ik hoe zijn blik langzaam afdwaalt. Eerst naar de regenplas net buiten het afdak, dan naar het donkere bos, en uiteindelijk naar de bal.
"Heb je hem ooit opengemaakt?" vraag ik zacht, terwijl ik mijn handen rond mijn beker vouw.
"Nee," zegt hij, zonder me aan te kijken. "Maar ik heb er wel aan gedacht."
"Misschien moeten we het gewoon doen. Kijken wat ze verbergen."
Jesper zucht en haalt zijn hand door zijn haar. "Als dit straks ontploft, zeg jij dan tegen mijn moeder dat het jouw idee was?"
Ik grinnik. "Beloofd."
Voorzichtig pakt hij de bal op. Zijn duimen glijden over de naad die amper zichtbaar is. Dan klinkt er een zachte klik, alsof iemand op afstand toestemming heeft gegeven. De bal opent zich langzaam — in twee perfect ronde helften, alsof hij speciaal voor dit moment ontworpen is. Binnenin ligt een zwarte capsule met een knipperend rood lampje.
Eva schuift iets dichterbij. “Wat is dat?”
Jesper haalt het uit de bal. Het voelt raar: klein en licht, maar tegelijkertijd dwingend. Zodra hij het vastheeft, licht het scherm op.
OPDRACHT: Etappe 2
Twee routes beschikbaar. Eén team moet kiezen.
-
ROUTE A: Moeilijk terrein, 3 uur
-
ROUTE B: Lang pad, 6 uur
Gebruik GPS en kaart. Kies vóór zonsopgang. Overleg niet met het andere team.
De keuze bepaalt meer dan de tijd alleen.
Daaronder verschijnt een timer die langzaam afloopt: 05:42:11.
Ik voel mijn hart een sprongetje maken — niet van blijdschap, meer van die rare spanning net voor een toets waarvan je vergeten was dat hij op het rooster stond.
"Dit is dus waarom we die bal moesten dragen," fluister ik. "Het is niet zomaar een spelletje."
Jesper kijkt naar mij, dan naar Eva. "Wat zouden jullie kiezen?"
"Ik vertrouw het niet," zegt Eva. "Een kortere route klinkt verleidelijk, maar je weet dat het iets zal kosten. Tijd is nooit zomaar gratis."
Ik denk aan Tess, die zo vrolijk selfies maakt alsof we op schoolkamp zijn, aan Daniel die straks alles letterlijk neemt, en aan Gerardus die de bal eerder al van Jesper wilde overnemen.
"Misschien moeten we gewoon eerst allebei de routes in de kaart zoeken. Kijken wat er staat, hoe het eruitziet. Misschien zien we dan iets wat helpt met kiezen."
Jesper knikt, maar sluit de capsule weer in de bal, alsof we die keuze nog even mogen uitstellen.
Hij schuift het ding terug naast zijn rugzak en ik voel hoe de lucht verandert. Niet kouder, niet natter — maar zwaarder. Alsof er net een onzichtbare grens is overgestoken.
Eva kijkt omhoog. "Waren we al die tijd echt alleen, denk je?"
Jesper en ik zeggen niets.
In de verte hoor ik iets kraken. Misschien een tak. Misschien iets anders.
Reactie plaatsen
Reacties